zondag 8 juli 2012

NK Open Water 2km schoolslag (1): De voorbereiding op de wedstrijd

Wedstrijdbaan
Vrijdagavond 19.25 start voor de NK Open Water afstand 2km schoolslag Masters. 20.15 uur prijsuitreiking. Dat wordt dus vlug doorzwemmen. Mijn eerste kilometer schoolslag dit jaar ging in 26.45.27 en mijn tweede in 25.25.85. Zou ik deze twee bij elkaar optellen lig ik toch al gauw ruim 52 minuten in het water. De nummer één zou het nog kunnen redden. Ikzelf lig om 20.15 uur nog met de concurrenten te strijden om de tweede of derde plaats.
Het begint al goed. Om 17.00 uur afgesproken met Gonnie om samen wat te eten in het restaurant behorend bij het recreatieterrein waar wij zwemmen. Blijken wij alleen de keuze te hebben tussen broodje fricandel, broodje kroket en patat.
We hebben zelf niets te eten meegenomen, moeten wel wat in onze maag hebben en kiezen heel bewust voor een broodje frikandel om de volgende redenen.
a. de frikandel heeft een mooie stroomlijn, lang en dun. De kroket is dat niet, die is kort en breed.
b. de frikandel heeft rompspanning. Houd hem aan één zijde vast en hij blijft in vorm. De kroket heeft dat over het algemeen minder. Is wat slapper.
Een verantwoorde keuze dus.
Mijn voorbereiding gaat verder van een leien dakje. Van het stenen trappetje dat ik af moet mis ik de laatste drie treden, maar ik weet mij toch staande te houden door een grote sprong te maken. Om de transponders om mijn polsen doe ik voor de zekerheid wat tape omdat ik de combinatie klittenband en water niet vertrouwen en dan op naar de start. Ik doe mijn cap en brilletje alvast op. Gonnie zoekt haar cap. Die blijk ik dus op te hebben. Mijn eigen cap zit in mijn zak.
Ruim op tijd in de voorstart. In verband met de transponders moeten wij aantikken op een doek dat boven de finish hangt. Reglementair word je gediskwalificeerd als je ongelijk aantikt. Maar bij een doek dat boven je hangt en zwabbert in de wind is het moeilijk in de hoogte reikend met twee handen tegelijk het doek aan te raken. Het doek hangt niet zo hoog zegt de scheidsrechter. Ik vraag of dat ook geldt voor de zwemmers onder ons die geen (waterpolo)keeperstraining gevolgd hebben, maar goed eerst maar eens die 2000 meter zwemmen die voor de finish ligt voor ik mij druk maak om het aantikken van het finishdoek. Maken wij onderweg een overtreding, op de voeten van een ander liggen bijvoorbeeld, dan trekken de kamprechters een gele kaart met je capnummer erop. Een volgende waarschuwing levert een rode kaart op en dan moet je eruit. Hoe groot die kaarten zijn vraagt er een. Wij zijn allen masters met leesbril. A-4 formaat is het antwoord. Dat zegt mij niets, hoe groot zijn de cijfers?
Wij mogen het water in.

Geen opmerkingen: