woensdag 29 februari 2012

Het kan ook iets heel alledaags zijn

Schrikkeldag. Fijn zo'n extra dag dit jaar. Weet niet wanneer ik dat maagonderzoek anders gehad zou hebben. Vond de wachttijd nu al erg lang.
Dacht dat het net zoiets zou zijn als een bronchoscopie. Niet dus. Bij een bronchoscopie lig je op je rug met hoofd naar achteren, nu op je zij met je kin op de borst. Nog een verschil is de verdoving die je in het eerste geval wel en in het tweede geval niet krijgt. Wat ik het ergste vond vroeg de arts mij na afloop. Nu eigenlijk vind ik ze allebei niet leuk, maar wel te doen. Concentreren op je ademhaling.
De uitslag? Geen enge dingen zei hij meteen. Dat vond ik het belangrijkste, was toch een beetje bang voor slokdarmkanker. Mijn huisarts ook zei de arts, daarom vroeg hij dit onderzoek aan.
Ik blijk dus gewoon een breukje in mijn middenrif te hebben en door het terugkomen van voedsel nu ontstekinkjes te hebben in maag en slokdarm. Er zijn stukjes weefsel geknipt die op kweek worden gezet. Daar krijg ik de volgende week de uitslag van. Gewoon dus iets waar heel veel mensen last van hebben. Niets bijzonder.
Arts en verpleegkundigen vonden dat ik alles nogal nuchter onderging. Tja, vanaf 00.00 uur mocht ik niets meer eten of drinken, dus dat was niet zo moeilijk.
Toch eventjes emotioneel achteraf. Altijd weer dat denken aan......... in je achterhoofd blijft dat op de achtergrond toch altijd aanwezig.
In het restaurant beneden lekker warme chocolade met slagroom en een saucijzenbroodje genomen om het te vieren. En dan nu (raad eens) naar het zwembad. Even alle spanning eruit zwemmen.

zondag 26 februari 2012

Laat mij maar moe zijn

Al vaker geschreven. Ik ben moe. Gisteren was weer zo'n dag. Om 09.00 uur een training gegeven aan de junioren. Er kwamen er twee op dagen. Enerzijds misschien door de vakantie maar anderzijds vertellen ze ook dat het zo vroeg is. Ik kom helemaal uit de Bilt naar Amersfoort. Moet dus vroeger weg. En dus ook vroeger mijn bed uit. Ik ben er gewoon, en op tijd. Tja, de jeugd. Van 10 tot 11 geef ik dan training aan een aantal volwassenen. In dit uur gaat het vooral om het aanleren van de slagen. De meesten hebben nooit een borstcrawl of rugcrawl geleerd, laat staan de vlinderslag. Van 11 tot 12 geef ik dan training aan dezelfde doelgroep maar dan gaat het om zwemmers die de slagen al beheersen maar nog veel techniek aanwijzingen nodig hebben. Ik vind dit ontzettend leuk om te doen. Van deze trainingen krijg ik energie, tenminste, tijdens de trainingen. Daarna train ik dan meestal zelf een uurtje behalve gisteren omdat ik vrijdagavond al in het water lag. En ja, dat trek ik dan weer niet. Drie trainingen geven, zo kort achter elkaar. Dan ben ik moe.
Thuis gekomen ben ik niet alleen moe, maar heb ik ook slaap. Ik zie mijn bed, duik erin en slaap door tot half zes. Daarna douchen, eten, wat tv kijken, wat email beantwoorden, inschrijvingen verzorgen en dan is het weer tijd om naar bed te gaan, want ik ben moe.
Dat moe zijn vind ik erg lastig. Zo was ik niet en zo wil ik ook niet zijn. Maar gelukkig heb ik het boek omdenken gelezen en ook het vervolg hierop. En dan denk ik dus maar weer even om:
Op overlijdensberichten en condoleance kaarten worden vaak de woorden "rust zacht" gebruikt. Voorlopig ben ik dan liever doodmoe. Betekent dat ik tot de gelukkigen behoor die nog in leven zijn. Maar mocht mijn longarts een oorzaak vinden voor dat moe zijn en het kunnen verhelpen zeg ik daar natuurlijk geen nee tegen!

donderdag 23 februari 2012

Weer een ervaring rijker

Periodieke controle bij de longarts weer achter de rug. Dit keer zat er ook een klein longfunctieonderzoek bij wat wil zeggen alleen een aantal keren diep inademen en vlug uitademen. Dit onderzoek gaf het zelfde resultaat als in 2008, nl 82% uitgeademde zuurstof. De verklaring waarom het geen 100% was is omdat ik een stuk long mis. Dat begreep ik. Behalve nu ik het hier opschrijf. Die 82% is toch het percentage van de ingeademde zuurstof die weer uitgeademd wordt? En ook bij de inademing mis ik toch een stuk long? Dus begrijp ik het toch weer niet. Vraag dus maar opschrijven voor het volgende bezoek. Wat wel duidelijk is, is dat dit een goede uitslag is en dat is toch het belangrijkste. (4x "is" in dezelfde zin, maar ik kan er niets anders van maken). Dit verklaart dus niet het moe/slaperig zijn de hele dag. Of ik mijn adem inhield? Ja, als ik onder water zwem. Nee dat bedoelde hij niet, als ik sliep. Ja dan slaap ik, dus dat weet ik ook niet. Of ik snurkte? Nu is mij bij het vele slapen met de zwemploeg in grote ruimtes één ding heel duidelijk geworden. Iedereen maakt geluid 's nachts. Niet altijd veel, maar als iemand zegt "Ik snurk nooit" dan geloof ik dat niet. Ik neem dus aan dat ik zelf ook wel eens snurk. Sterker nog, ik weet het wel zeker, want soms word ik wakker van mijn eigen gesnurk. Ik heb echter niet het idee dat ik dat overmatig doe. Mijn longarts wilde toch een slaaponderzoek om te kijken of ik alles uit mijn slaap haal wat er uit te halen valt. Dus krijg ik 21 mei (er is een wachtlijst) een kastje mee naar huis, dat alles registreert terwijl ik in bed lig, behalve de gesprekken zei hij er ter geruststelling bij. Weer een ervaring rijker straks.

donderdag 16 februari 2012

Ik heb het overleefd, anderen niet.....

LKkakelclub in Arnhem bijeen
Vlak nadat ik uit het ziekenhuis kwam en ik met veel vragen zat vroeg men mij of ik wat voelde voor een gespreksgroep met lotgenoten. Dat was het laatste waar ik zin in had, wetende hoe weinig overlevenden longkanker telt. Toch kwam ik via internet met iemand in contact. Iemand die wist dat ze niet oud zou worden. Iemand met een gevoel voor humor. Met een gave om alles nog uit het leven te halen wat er te halen viel. In onze reacties op elkaars blog en via email, wij hebben elkaar nooit werkelijk ontmoet, gingen ernst en humor hand in hand. Op haar begrafenis heb ik andere lotgenoten ontmoet. En zo rolde ik toch in een groep waar ik eigenlijk niet in wilde. Of ik hier spijt van heb?
Proefritje op de fiets
Nee, de lotgenotengroep is heel belangrijk voor mij.De meesten van hen weten dat ze de longkanker uiteindelijk niet zullen overleven. Maar ze zijn allen, zonder uitzondering behept met een behoorlijke dosis (zwarte) humor. We steunen elkaar en we lachen met elkaar. We delen ook de gewone dagelijkse dingen, maar er wordt ook heel wat kennis en ervaring uitgewisseld.
Het is wel moeilijk. Ik leef en heb er daarom al velen zien gaan. 
En nu kwam vanmorgen het bericht dat ook Monique er niet meer is
Monique, van wie ik de fiets overgenomen heb. Monique die zo blij was dat de fiets, waar zij zo aan gehecht was in de "kakelclub" bleef. Monique die zo betrokken was bij mijn zwemmen terwijl zij zelf steeds minder kon. Monique elke keer als ik fiets, zal ik aan je denken.

woensdag 15 februari 2012

Als je de intentie maar hebt!

In mijn vorige blog vermeldde ik dat de intentie hebben om te trainen waarschijnlijk ook al van invloed is op mijn zwemmen. Vandaag heb ik dat weer aangetoond. Na de wedstrijd zondag niet meer getraind. Vandaag in 2x15 minuten zwemmen met 5 minuten actief herstel daartussen 2x 625 meter achter elkaar gezwommen. Als ik zo door kan gaan behoort het open water seizoen voor mij toch weer tot de mogelijkheden.
Zwemmaatje vond een artikel waarin stond dat sterk denken aan trainen ook al sterkere spieren tot gevolg heeft.
Ik zie het helemaal voor mij: Ik ga naar het zwembad met de intentie om te trainen, ga vervolgens aan de koffie met zwemgenoten, waarvan ik ook al bewezen heb dat dit tot betere zwemresultaten leidt en vervolgens ga ik mij achter dat kopje koffie  concentreren op de training of wij praten met elkaar serieus over de soorten trainingen. Kan ik allemaal doen met mijn verminderde conditie. Word ik niet moe van. Raak ik niet benauwd van.
Dit alles heeft maar één nadeel. Ik hou zo van echt zwemmen, gewoon, in het water!

zondag 12 februari 2012

Verstandig omgaan met energie!

Ja, makkelijker gezegd dan gedaan. Dat ik zondag wedstrijden had wist ik. Toen ik een afspraak maakte met een cursist in Vlaardingen om hem daar te bezoeken dacht ik, dat moet kunnen. Dat de groep die ik zaterdagmorgen train dan opeens het idee krijgt om vrijdag met elkaar te gaan eten hoorde ik toen ik net de afspraak met mijn cursist had gepland, maar och, qua tijd sloot dat mooi op elkaar aan. Dat Japans eten een heleboel gangen kende wist ik toen nog niet en dus ook niet dat ik pas heel laat thuis zou zijn. Zaterdagmorgen geef ik altijd drie uur training. Ja, dat moest dan maar voor een keertje, maar ik was eigenlijk een beetje vergeten dat ik in de namiddag zou coachen bij een wedstrijd. En dan vergeet ik nog te melden dat mijn broer belde of wij zaterdagavond zouden gaan eten. Zaterdagavond kon dus niet, maar zondag wel.
Ik lag zondagmiddag dus "uitgerust" in het water. Ik stond in het programma voor de 100 rug, 50 rug en de 100 vrij. Dacht zelf dat ik de 50 school zou zwemmen ipv de 50 rug, maar niet dus. Ik doe altijd zelf de inschrijvingen en kon dus niemand anders de schuld geven. Besloot niet in te zwemmen, want wil dat zin hebben moet je toch wel een paar honderd meter zwemmen. Zou ik dat doen, dan was ik te moe voor de wedstrijd zelf. Dus dan maar inzwemmen tijdens de 100 rug, een wedstrijdje 50 rug en uitzwemmen 100 vrij. Om het niet per ongeluk toch al te serieus te nemen gewoon mijn trainingsbadpak aangetrokken.
Tot mijn grote verbazing alle afstanden onder mijn inschrijftijden gezwommen. Dat is dan weer een meevaller. Zou niet trainen, maar wel de intentie hebben om te gaan trainen dan ook helpen? Ik heb al eens "wetenschappelijk" aangetoond dat koffie drinken na de training minstens zo belangrijk is als trainen zelf (de kip of het ei, ook ergens op deze site te vinden). Dan wordt het dus in het vervolg naar het zwembad met de intentie te gaan trainen, maar wel achter een kop koffie. Daar word ik niet moe van.
Na de beide rug afstanden speel ik met de gedachte de rugslag uit mijn repertoire te schrappen. Dit ontlokte mijn zwemmaatje de mededeling dat dat toch jammer was, want het ging zo goed vandaag. Dat kan wel zijn, maar ik zie altijd tegen die keerpunten op. Die gaan altijd zo moeilijk. Had zij wel een oplossing voor. Meer op gaan trainen. Is natuurlijk een mogelijkheid, zal ik in overweging nemen. Ik heb in ieder geval wel de intentie dat te doen.

woensdag 8 februari 2012

Is stilstand achteruitgang?

Nee hoor,
Op 3 juni 2011 zwom ik in Apeldoorn de 800 meter in 20.00.29. Een paar minuten langer dan ik enkele jaren geleden deed, maar ik was heel blij met het feit dat ik weer 800 meter zwom in een wedstrijd.
Daarna heb ik nauwelijks meer kunnen trainen. Ja, ik lag in het water en ik zwom. Maar baantjes zwemmen is niet hetzelfde als trainen en het aantal baantjes dat ik kon zwemmen werd steeds geringer. Na een half jaar nauwelijks kunnen trainen omdat ik te moe was, ziek was of beide besloot ik vandaag eens een T20-test te doen. Dit houdt in dat je 20 minuten achter elkaar zwemt en het aantal banen telt. Nu was dit op zich al een vreemde opdracht die ik mijzelf gaf gezien het feit dat ik twee weken geleden voor het eerst weer 200 meter (4 baantjes) achter elkaar kon zwemmen. Maar goed, ik ben wel iemand van de uitdagingen.
Rustig zwemmend dus begonnen en naarmate de tijd vorderde kwam ik in een ritme dat ik kende. Als ik in zo'n ritme zit heb ik het gevoel dat ik eindeloos door kan zwemmen. Nu had ik niet eindeloos de tijd dus na 20 minuten ben ik gestopt en had ik iets meer dan 16 banen afgelegd. Dat is dus ruim 800 meter en in dezelfde tijd die ik in Apeldoorn gezwommen had toen ik wel weer een tijdje had kunnen trainen. Ik ben dus niet achteruit gegaan, maar weer een stapje voorwaarts.

dinsdag 7 februari 2012

Nee hè, niet weer!

Is het geen mooie trap?
Al in een eerder blog schreef ik over mijn lekkere warme pantoffels die ik gekocht had. Er kleefde echter één nadeel aan die pantoffels. De zolen waren een beetje glad. De gedachte bekroop mij toen al dat dat niet zo handig was op mijn houten trap. Maar wat doe ik met zo'n gedachte? Niets! En wat gebeurde er dus gisteren. Juist. Ik sta boven aan de trap. Zet mijn ene voet op de eerste tree (van boven) en die glijdt weg. En al zittend glijd ik bepaald niet zachtzinnig van tree naar tree naar beneden.
Gevolg? Heel veel mooie kleurtjes, die per dag veranderen.
En wat was al veel eerder een hele goede ingeving waar ik nog steeds niets mee gedaan heb? Dat er een nieuwe trapleuning moet komen om mij aan vast te kunnen grijpen in soortgelijke situaties. Wanneer ga ik die trapleuning aanbrengen? Tja.....

maandag 6 februari 2012

Schaatsen aan de wilgen?

Hier kan ik nog lachen
Donderdag 2 februari. Wij besluiten de ijsbaan in Biddinghuizen eens te bezoeken. Schaatsen liggen al te lang in het vet. Een heerlijke dag. Zonnetje schijnt. We hebben er zin in.
Natuurlijk beginnen wij met een warme kop chocolademelk om ons op te warmen want er staat toch wel een venijnige koude wind.
Schaatsen zijn snel ondergebonden en dan op weg.  Dat valt niet mee. Op het moment dat ik rechtop op het ijs sta doen heupen en knieën ontzettend pijn. En ook mijn chronische slijmbeursontsteking laat van zich voelen. Lekker begin. Als ik in de schaatshouding zak gaat het beter. De techniek van het schaatsen raak je toch nooit echt kwijt en met een windje in mijn rug gaat het zelfs erg lekker. We gaan richting de opening naar de 5km tocht. Dan komt de wind opeens pal van voren. Ik kom er niet tegenin. Raak buiten adem, doe verwoede pogingen, maar kom geen meter vooruit. Dit wordt niets. We draaien om en met de wind in de rug rijden wij terug. Ik maak nog even een rondje van 400meter, maar het gedeelte tegen de wind in heb ik weer de steun van Kees nodig om verder te komen. Ik heb de lucht niet meer om tegen de wind in te schaatsen. Ik wens Kees veel succes op zijn 5km rondjes en ga lekker uit de wind in het zonnetje zitten met weer een warme kop chocolade. Kees doet zo'n rondje of zes voordat hij besluit dat het genoeg is geweest.
Ik besluit dat deze dag de laatste dag is geweest dat ik op schaatsen stond. Kees vindt dit een te overhaaste beslissing is, maar ik niet. Ik zie een paar wilgen en besluit mijn schaatsen daarin te hangen. Ik wil er een foto van maken maar dat lukt niet want net op dat moment geeft het toestel aan dat de batterijen leeg zijn. Een teken? Heeft Kees gelijk? Een te overhaaste beslissing? Toch nog maar een keertje proberen?