woensdag 28 april 2010

Verzuurd

Een paar lotgenoten zie ik nu al denken dat wordt gezellig straks met haar op die boottocht. Wees niet bang, ik ben in een prima humeur. Juist door die verzuring. Die komt namelijk door een heerlijke training die ik vandaag gedaan heb. Ik kon weer tot het uiterste gaan. Zelfs voor een setje 4x200 draaide ik mijn hand niet om. Dat hoefde ook niet bij het setje benen, want dan liggen mijn handen rustig op mijn plankje. Bij het setje rugslag kwam ik er niet helemaal onderuit. Je hand komt namelijk met je duim eerst uit het water en gaat er na de overhaal met de pink eerst weer in. Dat is toch weer wel een draai van zo´n 180 graden. Deze uitleg is natuurlijk voor de niet-zwemmers onder de lezers.
De volledige training heb ik vandaag afgewerkt in zo´n vijf kwartier en in die tijd heb ik 2500 meter afgelegd. En zo´n training heb ik de laatste maanden niet meer kunnen doen. Het enige wat ik overgeslagen heb is het setje zwemmen met adembeperking. Dat hoeft voor mij niet in één setje, dan doe ik gewoon de hele training net zoals in al die trainingen hiervoor. Daar zal ik straks profijt van hebben als mijn long weer aangegroeid is :-)
Ja, en nu ga ik niet zeggen wat ik vorige keren wel zei namelijk Als ik zo weer eens een half jaartje achter elkaar zou kunnen trainen..... want zodra ik dat gezegd had ging het altijd weer mis met mij. Dus dat heb ik nu niet gezegd en ook niet gedacht.
Ik heb alleen maar vreselijk veel genoten van deze training. Het fitnessen daarna heb ik maar laten zitten. Was niet zo fit meer en dacht het ook niet te zullen worden hierdoor.
Vandaag ben ik een gelukkig mens.

donderdag 22 april 2010

Mooi weer, dus lekker fietsen

Vandaag was dan eindelijk het inspanningsonderzoek op de fiets in het AMC. Natuurlijk had ik weer een bus eerder dan gepland, dus ook een trein eerder, zodat ik om kwart over negen al het ziekenhuis binnenliep terwijl ik pas om kwart voor tien verwacht werd.
Dat is in het AMC niet zo erg. Je meldt je alvast, gaat in de wachtkamer zitten en dan komt de kar met koffie al langs. De longfunktie assistente van de vorige onderzoeken deed nu ook dit onderzoek. In de wachtkamer kwam zij al bij mij met nog iemand met de vraag of die andere iemand van mij na het onderzoek 3 buisjes bloed mocht hebben voor haar onderzoek. Dat kwam dan uit hetzelfde kraantje, dus wat mij betreft geen probleem. Anders trouwens ook niet.
Toen de assistente mij kwam halen, was er vraag 2. Vond ik het goed als er een stagiaire bij was die onder haar supervisie het werk zou doen. Ook geen probleem. Toen kwam de arts met vraag 3 of ik akkoord ging met een 2e arts erbij. Ook geen probleem, dus zat ik daar in mijn prachtige groene (ja AZPC-kleuren) AMC-pak omringd door vijf witte jassen. Dat groene pak is ook service van het AMC. Je hoeft alleen maar fietsschoenen mee te nemen.
Na eerst nog wat in- en uitademproeven mocht ik gaan liggen. Er moest een lijntje in. Volgens mij is het net zoiets als een infuus, alleen komt er geen vloeistof in, maar bloed uit. Een slangetje gaat een eindje de slagader in. Tenminste, dat was de bedoeling. Na ettelijke pogingen in mijn linkerpols werd geprobeerd om het er rechts in te krijgen. Dan is het toch zaak om heel ontspannen te blijven en door te gaan met ademhalen, want een heel prettig gevoel is het toch niet. Ik kreeg complimenten van de arts dat ik zo ontspannen bleef, want dat dat hun werk wel wat makkelijker maakte. Desondanks lukte het ook rechts niet, dus werd teruggegaan naar mijn linkerarm en nu in mijn elleboog. Ik begon al een beetje te lijken op zo´n tuinirrigatiesysteem. Je doet de kraan open en overal komen er straaltjes water naar boven.
Deze poging mislukte ook, waarna dokter 2 het eens probeerde. Maar nee, ik bleek een dikke huid te hebben. Ja, een dikke huid heb ik inmiddels wel ontwikkeld in de jaren, hoewel die in de afgelopen jaren ook wel wat sleets is geworden. Goed, dokter nummer 3 werd opgeroepen en die kreeg hem erin. Inmiddels waren we een klein uur verder en na voorzien te zijn van een heleboel plakkers voor het ECG en een kapje op voor de metingen van in- en uitgeademde zuurstof plus een bloeddrukmeter om mijn bovenarm kon ik eindelijk op de fiets stappen, nou ja liggen. Net als in het VU (en de fitnessruimte in het Sportfondsenbad) hebben ze hier een ligfiets.
Toen ik bij 170 kwam (vraag mij niet wat dat getal betekent, waarschijnlijk de weerstand) had ik geen lucht meer en stopte ik.
Ik mocht even gaan liggen tot bekeken kon worden of globaal alle gegevens binnen waren. De assistente zei dat er soms een aanvullend onderzoek nodig was, maar ze achtte die kans bij mij zeer klein. Maar ja, ik ben er een van de kleine percentages en inderdaad, uit de eerste gegevens bleek zo´n aanvullend onderzoek nodig te zijn. Ik kreeg 20 min lang zuivere zuurstof, daarna weer wat in- en uitademproeven en vervolgens weer op de fiets. Die werd nu ingesteld op 75% van wat ik net gehaald had, die 170. Ik heb zelf de stagiaire maar even voorgerekend hoeveel 75% van 170 was en hoe dat heel makkelijk uit te rekenen was. Namelijk een vierde deel eraf. Krijg je 170 - 42,50 = 127,50. Dat werd nog even nagerekend op een rekenmachiene, maar bleek te kloppen. Dan weer fietsen. De weerstand werd toen in 1 minuut opgevoerd tot 127 en daarna moest ik dat 10 minuten volhouden. Dat viel niet mee wat betreft mijn benen, want die werden wel heel erg moe, maar fietsen met 100% zuurstof is heerlijk. Totaal geen last van kortademigheid. Ik vroeg of ik wat in een plastic zakje mee kon nemen voor mijn zwemwedstrijden. Zoals verwacht ging dat helaas niet. Ik kwam dus weer een heel eind, tot mijn benen het echt begaven. Wij zaten toen ongeveer in Zandvoort denk ik.
In plaats van de geplande twee uur hebben ze mij drie en een half uur bezig gehouden.
Voordat ik weer de trein instapte maar even aan de koffie op het plein in het AMC en wie kom ik daar tegen? Mijn lotgenoot E, die op weg naar haar zuurstoftank was.
Op weg naar huis ging alles goed, tot ik met mijn nieuwe ov-chipkaart op Utrecht CS wilde uitchecken. Op het schermpje stond dat ik al ingecheckt was. Dat klopte, maar ik wilde eruit. En dan is er echt niemand die je kan helpen. Geen NS-mens die er wat vanaf weet. Na een half uur op het station doorgebracht te hebben omdat ik er niet uit kon omdat ik er al in was nog maar eens geprobeerd en jawel, toen kon ik er opeens wel uit. Het is maar goed dat het aantal kilometers berekend wordt en niet de reistijd.
De bus naar De Bilt net gehaald. Op de Hessenweg uitgestapt en dan eindelijk, om half vier thuis.
Was een lange dag, maar lekker gefietst.

dinsdag 20 april 2010

Er komt geen einde aan het werk dat telkens wordt begonnen

Ergens heb ik deze spreuk gelezen, weet niet meer van wie hij was. In ieder geval geldt dit ook ook voor mijn zolder- en studeerkamer. Als ik maar van alles blijf bewaren komt er geen einde aan het opruimen.
Aan de ene kant is dat prettig, immers als bijna 65+ hoor je in een zwart gat te vallen en dat gat demp ik gewoon met allerlei dingen die ik voor het nageslacht wil bewaren.
Echter, mijn nageslacht heeft al te kennen gegeven maar op weinig van wat ik voor hen bewaard had prijs te stellen. Ik heb dus in een vorige opruimperiode al een heleboel weggedaan.
Nu was mijn zolderkamer bijna leeg, maar ik heb net even achter de schotten gekeken en daar stond nog heel wat. Dus ook maar er achter vandaan gehaald. Er gaat niets meer achter de schotten wat na mijn overlijden (in een hele verre toekomst) alsnog weggedaan wordt, tenzij ik er zelf heel erg gehecht aan ben.
Dat wordt nog een zware klus. Ik trek er een week voor uit, met terugwerkende kracht vanaf afgelopen zondag. A.s. zondag 25 april wil ik hiermee dus klaar zijn. Of dit helemaal aan alle SMART-principes voldoet (met name de R en de T) betwijfel ik.
Ach ja, een mens heeft soms behoefte aan een uitdaging.

zondag 18 april 2010

Stoeien met tijd(en)

Gisteren zwemwedstrijden in Kampen. Begon al goed. Volgens afspraak was ik om half elf bij F om eerst koffie te drinken en dan om 12.00 uur ons jurylid op te halen zodat wij om 13.00 uur in Kampen zouden zijn, ruim op tijd voor het inzwemmen. Dat zou inderdaad heel ruim op tijd zijn geweest want de wedstrijd begon niet om 14.00 uur zoals ik in mijn hoofd had, maar om 15.15 uur. Gelukkig wist F dat wel, zodat wij heel lang koffie gedronken hebben. Zoals jullie in eerdere blogs al hebben kunnen lezen zijn wij ervan overtuigd dat koffie, mits met elkaar gedronken, gelijk staat aan een halve training.
Goed, met een gewijzigd tijdschema wel op een gewone ruime tijd in Kampen aangekomen waar ik in het eerste nummer in de eerste serie de 200 rug zwom. Het zwemmen ging moeizaam, technisch zag het er goed uit, de tijd was nog slechter dan ik verwacht had.
Daarna programma volgen, series wegstrepen, zie dat de laatste serie van prog. 3 het water ingaat en vlak voordat die serie finisht realiseer ik mij dat ik in de eerste serie van prog. 4 de 100 vrij moet zwemmen. Een sprint naar het startblok dus. De 100 vrij ging lekker ontspannen, op de 2e 50 meter kon ik nog iets versnellen, maar de tijd was slecht.
En dan, aan het einde van de wedstrijd, heel moe, begint de koffie te werken bij de 200 meter schoolslag. Ik zwem hem heel rustig, lang uitdrijven tussen de slagen, en wat blijkt? De beste tijd sinds ik deze afstand zwem. 30 sec sneller gezwommen dan de 200 rug die toch als snellere slag te boek staat. Wie het snapt mag het zeggen, maar ik denk dan maar "eind goed, al goed". In Amersfoort kreeg ik te maken met een alcoholcontrole. Het enige wat er te meten viel was chloorwater, maar dat is ongelimiteerd toegestaan. Met een complimentje kon ik doorrijden, waarna ik in een file stond die de duur van de reis, normaal 20 min tot anderhalf uur verlengde, helemaal in stijl met mijn zwemtijden zullen wij maar denken.
Om toch weer positief te eindigen. Ik heb 2x 200 meter en 1x 100 meter gezwommen en een week geleden dacht ik nog dat dat een te grote opgave zou zijn.
Mentaal klopt alles nog bij mij. En dat wil ik wel zo houden.

donderdag 15 april 2010

Eén saucijsenbroodje of 3 kroketten?

De laatste tijd, na de onderzoeken in Amsterdam zat ik toch met een heleboel vragen, waarop ik zelf antwoorden zat te bedenken, maar waarvan ik dan de juistheid niet kon toetsen. Nergens antwoorden te vinden op internet.
Afspraak gemaakt met de longverpleegkundige voor vanmorgen. En hoera, zij wist de antwoorden wel op één na en daarover zou ze contact opnemen met mijn longarts en mij dan terug bellen.
Ik liep helemaal vrolijk de trap af en besloot in het restaurant mijn goede bui te vieren met een kop warme chocola en een saucijsenbroodje. De serveerster wist mij te vertellen dat een saucijsenbroodje niet zo slecht was, want ze had gelezen dat het opwoog tegen drie kroketten. Dat heb ik even tot mij door laten dringen en toen ook nog maar slagroom op de chocolademelk genomen.
Van dit soort redeneringen houd ik. Maakt het leven een stuk eenvoudiger.

woensdag 7 april 2010

Je kunt ook teveel willen weten

Vandaag naar het AMC voor de uitslagen van al die onderzoeken. Ik was te vroeg en dwaalde wat langs de winkeltjes en restaurants. Raakte de weg kwijt, ik vind het nogal onoverzichtelijk daar, en zocht naar het gebouw waar ik moest wezen. En wie kom ik daar tegen. Lotgenootje op weg naar de zuurstoftank. Samen een afspraak maken in het AMC lukt niet omdat de specialisten niet mee willen werken en nu loop je elkaar zo maar tegen het lijf. Duurde maar kort, maar was toch leuk haar even te zien.
De uitslag: Aan het slijm wat ik ingeleverd had had zij niets want het was geen longslijm wat ik op had kunnen hoesten. Dat diepere slijm krijg ik ook niet omhoog. Nu is nog niet duidelijk wat daar beneden zit. Op de foto´s en scan was wel te zien dat de kleine luchtwegen helemaal dicht zitten met iets. Ze gaat er voorlopig van uit dat het een ontsteking is, vandaar de antibiotica. Na een paar dagen niet gehoest te hebben begon het gisteren weer, maar van de antibiotica zou ik pas echt kunnen weten of het helpt na vier weken. Dan weet ze ook zeker dat het om een ontsteking gaat.
De fietstest gaat toch door want ze wil nu weten of die moeheid van hart of longen afkomt of dat het gebrek aan conditie is. En toen wilde ik teveel weten. Ik stelde de vraag wat nu als het conditie is. En toen kreeg ik het antwoord wat ik niet wilde horen. Dan bestaat de mogelijkheid dat er toch ergens in je lichaam weer iets aan de hand is. En dat willen wij uitsluiten.
Ik heb haar de opdracht gegeven het uit te sluiten.