zaterdag 27 oktober 2012

Moe, moe en nog eens moe


Dit weekend met mijn zwemmer naar het NK. 's Morgens vroeg mijn bed uit om op tijd (kwart voor acht) in het Sloterparkbad in Amsterdam te kunnen zijn. Hele dag zwembad met gelukkig goede resultaten voor mijn zwemmer en 's avonds om half negen ben ik weer thuis. Helemaal kapot. Wat dat betreft merk ik nog niet zoveel van mijn mra-beugel. Ja, dat ik overdag pijn heb in mijn kaakgewricht omdat mijn kaken weer in de gewone stand terug proberen te komen. Dat wel. Ik heb de stand van de beugel dus maar één draai teruggezet, kijken of dat helpt.
Om die moeheid tegen te gaan zou ik mijzelf ook een tandje terug moeten zetten. En daar baal ik van, want zo was ik niet, zo ken ik mijzelf niet en zo wil ik niet zijn. Altijd maar extreem moe als ik even buiten die onzichtbare grenzen ga.
Maar toch. Ik verkies  het eeuwig moe zijn boven de eeuwige rust. In ieder geval voor de komende, laten wij zeggen, 30 jaar. Dus blijven we voorlopig maar zo aanmodderen. Een stapje teveel naar voren en dan weer drie stapjes terug.
Vandaag rustdagje. Morgen weer naar Amsterdam.

zondag 21 oktober 2012

Hardleers

Al zes jaar doe ik het met een half longetje minder. Nog steeds race ik de trap op om vervolgens  minutenlang te staan hijgen voor ik verder kan. 
Weg tijdwinst van het racen. 
Hoeveel jaar duurt het nog voordat ik gewoon rustig de trap op ga, zodat ik  boven gekomen direct door kan lopen om dat te gaan doen waarvoor ik die trap nam?
Hardleers. Ik kan geen beter voorbeeld bij dit woord bedenken.

Vanaf de bodem kun je alleen nog maar omhoog

De laatste drie jaar heb ik mijn absoluut laagste niveau bereikt met zwemmen. Langzamer kon ik niet.Dat hoeft niet negatief te zijn. Als het niet meer langzamer kan, kan het alleen nog maar sneller. En op dat punt zit ik nu. Twee weken geleden probeerde ik weer eens een 200 meter vrij in een wedstrijd. Ik schreef in met 4.15. Dacht op de wedstrijddag zelf niet onder de 4.20 te zullen komen en vroeg dus of ik in een eerdere serie mocht zwemmen met zwemmers met tijden in de 4.20. Dat mocht. En wat doe ik? Ik kom er met 3.55 uit. Dat noemen wij jezelf verrassen. De snelste tijd in drie jaar.
Gisteren deed ik dit nog eens, mijzelf verrassen bedoel ik. De 200 vrij ging dit keer in 4.00.73, iets langzamer dan twee weken geleden, maar de tweede keer in drie jaar dat ik onder de 4.15 zwom. Op de 100 vrij kwam ik met 1.48 zelfs tot mijn snelste tijd sinds 2008.
Had ik geen longkanker gehad, dan zou ik mijzelf nog een aantal jaren verbeterd hebben, maar was toch het moment aangebroken dat ik door het ouder worden (logisch gevolg van overleven) per jaar wat langzamer zou gaan. En dat heb  ik dus kunnen voorkomen door maar direct een vrije val te maken, zodat ik daarna alleen maar weer sneller kon. Je moet het willen zien  maar dan is er (bijna) overal wel een positieve draai aan te geven.



















































dinsdag 9 oktober 2012

Zou het helpen?

En dit kunststuk moet dan, in mijn mond geplaatst, ervoor zorgen dat mijn luchtwegen 's nachts vrij blijven. Zoals al eerder vermeld blijk ik aan obstructieve apneu te lijden. Dat is een mooie uitdrukking voor het stokken van mijn ademhaling terwijl ik snurk. Gevolg hiervan is te weinig zuurstof tijdens mijn slaap en dit kan de vermoeidheid overdag verklaren.
Vannacht voor het eerst geprobeerd. Ik werd wel redelijk fit wakker. Had ook de hele nacht door geslapen dus dan is dat ook wel wat je mag verwachten. Twee uur later was ik echter wel weer moe. Maar natuurlijk is het niet reëel na één nacht al resultaat te verwachten. Wel leuk is de vraag van mijn man. Of het hielp? Tja, dan moet ik eerst weten of ik die nacht niet gesnurkt had. Hij had niets gehoord, want hij sliep. Ja, dan weet ik het ook niet. Ik sliep ook! Hoe komen wij er dan achter? Bandrecorder mee laten draaien? Maar wie heeft tijd om 8 uur lang die band terug te luisteren? Ik niet. En ook op de achtergrond afspelen tijdens de dag lijkt mij niet zo'n goed idee. Echtgenoot dan maar de hele nacht laten opblijven?
We wachten eerst maar eens een weekje af. Mocht ik dan opeens helemaal hyper zijn kunnen wij er vanuit gaan dat het helpt. Help het niet, dan is het in ieder geval mooi meegenomen dat ik niet meer snurk.

maandag 1 oktober 2012

Alweer zes jaar (en een maand) verstreken

Alweer zes jaar en één maand geleden verliet ik het ziekenhuis met achterlating van een halve long en een hele tumor. Beide mis ik nog steeds, zij het met verschillende gevoelens. Er is veel gebeurd in deze zes jaar (en een maand). Het eerste jaar was nog het minst erge. Ik pakte de zwemtraining weer op en zwom bij het NMK krap vijf maanden later tijden die mij het gevoel gaven dat mijn oude tijden er weer aan zaten te komen. Daarna kwam de grote klap. Mijn conditie maakte een vrije val en ik was nergens meer. Kon geen zwemtrainingen meer aan, kon geen fiets- en wandeltochten meer maken. Was moe, ontzettend moe. En dan kregen al die negatieve gevoelens, zoals ontzettend kwaad zijn op die kanker, op rokers, op mensen die het verkeerde zeggen weer de overhand. En dat kostte weer zoveel energie. Toch is het niet alleen kommer en kwel. Ik heb een stel vrienden, vooral binnen mijn zwemvereniging, waarop ik terug kan vallen, die mij nooit, ook niet in mijn meest negatieve buien, hebben laten vallen. Daarnaast kon ik gelukkig ook nog steeds genieten van het feit dat ik nog kàn zwemmen. Een uitspraak die mij op de been (in het water) hield en houdt is: "Er is één ding erger dan slecht zwemmen en dat is helemaal niet kunnen zwemmen". Tijd heelt alle wonden zegt men en dat is waar. Maar dat komt niet vanzelf. Dat blijft hard werken. Met vallen en opstaan kreeg ik weer meer plezier in de dingen die ik deed. Lotgenoten stierven en ik bleef leven. Ik kon mij dan wel blijven afvragen waarom ik longkanker moest krijgen. Zo langzamerhand begon ik mij af te vragen waarom die anderen niet overleefden en ik wel. Weegt het geen lange wandelingen, geen lange fietstochten meer kunnen maken, geen snelle tijden meer zwemmen niet op tegen het feit dat ik weer zes jaar ouder mocht worden? 
En dan raak ik in een stroomversnelling. Mijn dochter is zwanger. Ik krijg een kleinkind. En ik realiseer mij dat het maar heel weinig had gescheeld of ik had dat niet meer meegemaakt. Ik zit weer zingend op de fiets. Ik geniet weer van mijn zwemtijden, ook al wordt het gat tussen mijn tijden en die van mijn leeftijdsgenoten steeds groter. Ik geniet weer van het feit dat ik mijn open water klassementen vol heb kunnen zwemmen. En vooral geniet ik met volle teugen van mijn eerste kleinkind! De titel van mijn blog is zwemmen of verzuipen. Ik ben niet verzopen, ik zwem en blijf zwemmen en als het moet, ook tegen de stroom in!