zondag 21 oktober 2012

Vanaf de bodem kun je alleen nog maar omhoog

De laatste drie jaar heb ik mijn absoluut laagste niveau bereikt met zwemmen. Langzamer kon ik niet.Dat hoeft niet negatief te zijn. Als het niet meer langzamer kan, kan het alleen nog maar sneller. En op dat punt zit ik nu. Twee weken geleden probeerde ik weer eens een 200 meter vrij in een wedstrijd. Ik schreef in met 4.15. Dacht op de wedstrijddag zelf niet onder de 4.20 te zullen komen en vroeg dus of ik in een eerdere serie mocht zwemmen met zwemmers met tijden in de 4.20. Dat mocht. En wat doe ik? Ik kom er met 3.55 uit. Dat noemen wij jezelf verrassen. De snelste tijd in drie jaar.
Gisteren deed ik dit nog eens, mijzelf verrassen bedoel ik. De 200 vrij ging dit keer in 4.00.73, iets langzamer dan twee weken geleden, maar de tweede keer in drie jaar dat ik onder de 4.15 zwom. Op de 100 vrij kwam ik met 1.48 zelfs tot mijn snelste tijd sinds 2008.
Had ik geen longkanker gehad, dan zou ik mijzelf nog een aantal jaren verbeterd hebben, maar was toch het moment aangebroken dat ik door het ouder worden (logisch gevolg van overleven) per jaar wat langzamer zou gaan. En dat heb  ik dus kunnen voorkomen door maar direct een vrije val te maken, zodat ik daarna alleen maar weer sneller kon. Je moet het willen zien  maar dan is er (bijna) overal wel een positieve draai aan te geven.



















































Geen opmerkingen: