donderdag 29 mei 2014

Jezelf jong rekenen

In mijn vorige blog zat ik in een dipje. Gelukkig ben ik vrij groot (onder leeftijdsgenoten dan) en kon ik net over de rand heen kijken. En als je over de rand kunt kijken, kun je er ook uit klimmen. Om mijzelf nog een handje te helpen besloot ik mijn verjaardag maar weer eens te vieren met man, kinderen en kleinkind en de zwemploeg plus wat goede vrienden. De laatste keer dat ik dat deed was al weer drie jaar geleden. En zie, naarmate de dag van het feest naderbij kwam voelde ik mij steeds beter en werd het weer steeds mooier, zodat ik eigenlijk weer blij was met de sluierbewolking die af en toe op zou kunnen treden. En het hielp. Het werd een hele gezellige dag. En weer een jaartje verder. Op naar de 70 jaar. En ja, dat is nu eigenlijk ook weer niet de bedoeling, dat ouder worden bedoel ik. Nu ja, eigenlijk natuurlijk weer wel, maar niet dat het zo vlug gaat. Dat benauwt mij dan soms wel weer eens. Gelukkig hebben we daarvoor het omdenken en dat gaat als volgt.
Als ik zo oud wordt als mijn moeder heb ik nog 27 jaar te gaan. Als ik nu naar de eerste 27 jaar van mijn leven kijk, die duurden een eeuwigheid, dus heb ik nog genoeg tijd. De tweede 27 jaar viel ook wel mee. Hoewel, als ik naar mijn kinderen kijk vlogen die jaren ook wel weer voorbij. Voor ik het wist waren het pubers. Op zich vond ik dat ook niet zo erg ware het niet dat jaren van hen er bij mij ook bijgeteld werden en dat hadden er voor mij dan wel wat minder mogen zijn. Maar zo schijnt het niet te werken. Er wordt gezegd dat naarmate je ouder wordt de tijd vlugger gaat. Dan tel ik toch liever die eerste 27 jaar van mijn leven erbij. Die gingen tenminste nog rustig aan. En zo heb ik dus nog heel veel jaren voor mij.

dinsdag 6 mei 2014

Toch weer een klein dipje

Was het de crematie, of is het de pijn in mijn gewrichten of toch omdat het zwemmen de afgelopen weken voor geen meter ging.  Ik weet het niet. Feit is dat ik het afgelopen weekend niet zo genoten heb van het NMK als van de voorgaande. Ik heb niet eens zo slecht gezwommen als ik mijn trainingsarbeid in ogenschouw neem. Maar dat is het nu juist. Mijn lichaam laat mij niet meer zo trainen als ik zelf zou willen. Na al weer een overlijden van een kakel speelt ook de vraag door mijn hoofd of ik niet gewoon moet stoppen met wedstrijdzwemmen. Hoe belangrijk is dat nu helemaal? Gewoon meegaan naar een wedstrijd als supporter, voor de gezelligheid, om tussentijden bij te houden. Ik weet het niet. Ik ben zo moe, zo ontzettend moe. Misschien gewoon even laten betijen. Komt tijd, komt raad.