 |
4 oktober 1929 - 22 november 2014 |
Elly ik heb je leren kennen in de jaren ’90 toen je lid werd
van Old Dutch, de vereniging waarbij ik toen ook zwom. Ik herinner mij nog je eerste wedstrijd, je dochter en zoon waren er ook met een groot spandoek. Je
zwom rugslag en er werd omgeroepen dat je een Nederlands record had gezwommen.
Een betere binnenkomer kun je niet hebben. Helaas werd dat record
gerectificeerd, maar toen was de familie al vertrokken. Daarna heb je nog wel veel NMR’s gezwommen in estafetteverband.
Echt leren kennen heb ik je in 1997 bij het EMK in Praag. We
trokken daar veel met zijn drieën op, Henk Abels, jij en ik. Toen heb ik goed
gemerkt wat een ontzettend leuk, gek mens je was. Wij komen de hal in van het hotel,
prachtig, groot, chique. Waar zijn wij terecht gekomen dachten wij. Dat dachten
wij ook toen wij onze kamer zagen. Volkomen in tegenspraak met de pracht en
praal beneden. Kapotte ruit, kapotte gordijnen die ook slechts een kwart van
het raam besloegen. Vloerbedekking met vlekken waarvan we ons maar niet
afvroegen waar die van waren. We keken elkaar aan en hoorden toen Henk Abels in
de kamer naast ons heel duidelijk tegen zijn kamergenoot zeggen: Ik ga maar in
het halletje liggen, want ik snurk. We schoten in een slappe lach bui die de
hele week geduurd heeft. Ook toen bleek dat de vuilnis- en glasbakken die onder
ons raam stonden elke morgen om 04.00 uur geleegd werden.
We hielden contact met ons drieën en gingen vaak
samen naar wedstrijden. De club in de club werden we genoemd. En dat was
onzin, want wij sloten ons niet af voor anderen en jij al zeker niet. Maar wij
hebben die naam er toch maar in gehouden.
Zeker toen zowel Henk als ik bij andere verenigingen gingen zwemmen. Wij
bleven de club in de club. Bij het volgende EMK in Innsbruck betrokken wij met
zijn drieën een appartement. Wij moesten lachen om jouw poy die jij ’s morgens nat maakte, in een grote
krulspeld rolde en daarna met de haarföhn droogde, Er zat dan een mooie golf in
je pony die het met goed geluk een kwartiertje uithield. Dan was die pony
weer net zo steil als tevoren. Maar dat deerde je niet. Ook niet dat Henk en
ik weddenschappen aangingen over hoe lang die krul het zou houden.
Elly je nam aan heel veel wedstrijden deel. Alle afstanden
legde je op de rug af, ook de vrije slagnummers, de 50, 100 en 200 meter. We
namen jaren achtereen deel aan de Franse Kampioenschappen, de Luxemburgse
Kampioenschappen, aan wedstrijden in Duitsland, in België, in Denemarken. En aan
EMK’s en WMK’s. Altijd was het gezellig
met jou. En als je niet in het water lag stond je aan de kant met de videocamera in de hand om de wedstrijden en alles
daaromheen, ook de prestaties van anderen vast te leggen. Veel masterszwemmers hebben
zo’n video van grote toernooien van jou ontvangen met hun eigen prestaties daarop.
Ook in het open water was je te vinden. Bij veel
wedstrijden in eigen land, maar ook veel wedstrijden in België, waar je heel
veel bekers won. Ook die afstanden van een kilometer in
open water legde je op de rug af. Dat gaf wel eens problemen. De weg zoeken bij
zo’n wedstrijd is als je met je hoofd naar voren zwemt al moeilijk, laat staan
als je alleen maar kunt zien waar je vandaan komt. Je hebt dan ook wel eens
tijdens een wedstrijd in een meer aan twee mensen in een bootje de weg
gevraagd. Helaas dat waren geen juryleden in een bootje, maar een paar vissers.
Je bent toen uiteindelijk wel gefinisht. Ook had je wel eens problemen met een groep
zwemmers die na jou gestart waren maar je dicht bij de finish inhaalden. Dan
kon het wel eens gebeuren dat zij in hun strijd om de eerste plaats jou over
het hoofd zagen. Dat vond je niet leuk.
Je werd opgenomen in de Dutch Masters Hall of Fame, waarin
onder meer staat:
"Elly valt op door haar doorzettingsvermogen, met name in het
open water. Ondanks dat het lichaam steeds meer protesteerde en zij hulpmiddelen
als een stok en een rollator nodig had om de start te bereiken, ging zij
ervoor. Eenmaal in het water ging het beter en zwom zij gestaag in hetzelfde
tempo haar afstand."
En dat doorzettingsvermogen had je hard nodig. Op een
gegeven moment belandde je in een rolstoel. Ook toen bleef je jouw positieve
kijk op het leven houden. Met je rolstoel kon je je
zelfstandigverplaatsen . En
ook de trippelstoel later was een uitkomst om niet te spreken over de stoel die
ook omhoog kon. Om de keukenkastjes ook eens van boven af te stoffen bedachten
we. En de scootmobiel, zodat je ook naar buiten kon. De enige klacht, als je het zo noemen mag, die
ik van je hoorde - en dat vertelde je mij vaak -, was dat je het zo erg vond
dat je niet meer zwemmen kon.
Ook de laatste jaren, toen je zo ontzettend veel pijn had,
een paar keer ziekenhuis in- en uit moest bleef je jouw positieve instelling
houden. "Maar Loekie" zei je dan “Ik heb zulke goede buren, zulke goede vrienden,
die doen dit voor mij en die doen dat voor mij, en de thuishulp en niet te
vergeten Jacqueline die altijd voor mij
klaar staat…. "Maar het was geen straf om naar jou toe te gaan. Je kon met je blijven
lachen tot bijna aan het einde toe.
Bij je afscheid vroeg je mij dringend te blijven zwemmen. "En hard!"voegde je eraan toe.
Op je afscheidskaart heb je laten zetten. "Wat heb ik een geweldig fijn en mooi
leven gehad. En Bedankt."
Elly, jij bedankt, voor die hele gezellige jaren.