donderdag 25 april 2013
En dan gaan we maar wandelen
maandag 15 april 2013
Hondsmoe
En dan is het opeens zondag 14 april en heb ik een wedstrijd in Nijmegen. Toen ik inschreef voor deze wedstrijd was ik redelijk fit. Dat was aan mijn inschrijftijden wel te zien. Helaas was dat een paar weken geleden en in die periode heb ik weer wat conditie in moeten leveren. Nu weet je het met mij nooit hoe het dan in werkelijkheid gaat. Heel moe kan ik soms toch nog redelijke tijden zwemmen. Nu was ik echter wel heel erg moe. In de auto op weg naar Nijmegen moest ik moeite doen om niet in slaap te vallen (ik reed niet zelf). In het zwembad was het warm en ook dat hielp niet om wakker te blijven. In het water springen voor mijn eerste start, de 50 rug, hielp gelukkig wel, toen was ik klaar wakker. En dan kom ik voor de vraag te staan wat is nu het minst vermoeiend, kort zwemmen of lang? Als ik maar kort in het water wil liggen, moet ik snel zwemmen daar word ik moe van, maar als ik langzaam zwem, lig ik weer langer in het water en daar word ik ook moe van. Een heel dilemma en eigenlijk heb ik geen tijd om erover na te denken want het startsein wordt gegeven. Ik zoek een tussenweg. Het is maar een baantje, ik zwem beheerst snel, dus niet voluit. Tijd valt dan nog niet eens tegen, wat niet hetzelfde is als de tijd valt mee. De 100 meter rug besluit ik als volgt te doen. Heen beheerst, maar ook weer niet te langzaam en terug kijken wat er dan nog in zit. Bij het keerpunt heb ik nog wel wat energie over en de terugweg leg ik in een steigerung af waardoor ik, geheel tegen mijn gewoonte in, nauwelijks verval heb en onder mijn inschrijftijd finish. Dat is dan weer een opsteker. Bij de 200 school heb ik geen keus. Ik ben benauwd, heb het idee dat mijn ademhalingsspieren op slot zitten. Dat gevoel heb ik vaker op de schoolslag. Dus dan maar even een demonstratie goede techniek. Dit resulteert in een tijd van 15 sec boven mijn inschrijftijd. Dat lijkt heel veel. En eerlijk gezegd, dat is ook veel. De tijd is wat langzamer dan ik had verwacht/gehoopt. Echter, 15 sec verdeeld over vier banen is nog geen 4 sec langzamer per baan. En aangezien ik in training wel 10 sec inlever per 50 meter zou je hier met een beetje goede wil een positieve draai aan kunnen geven.

Op de terugweg vecht ik niet eens meer tegen de slaap. De hele rit ben ik onder zeil.
Terugkijkend kom ik tot de conclusie dat ik zelfs te moe was om er een gezellig dagje van te maken. Op deze eerste echt mooie voorjaarsdag had ik mij beter voor deze wedstrijd af kunnen melden.

Op de terugweg vecht ik niet eens meer tegen de slaap. De hele rit ben ik onder zeil.
Terugkijkend kom ik tot de conclusie dat ik zelfs te moe was om er een gezellig dagje van te maken. Op deze eerste echt mooie voorjaarsdag had ik mij beter voor deze wedstrijd af kunnen melden.
vrijdag 12 april 2013
En soms valt het dan allemaal wel weer mee.
Ik heb dus COPD, afkorting voor Chronic Obstructieve Pulmonary Disease. Dit kan ik niet onthouden. Ik maak er dus gewoon van: Collectief voor Onafhankelijke Prestatieverbeterende Doordouwers. Vind ik beter bij mij passen. Wandelen, fietsen, zwemmen en tuinieren zijn de sporten die goed voor mij zijn staat er in de folder. Ik behoorde dus al tot de doelgroep. Ja, geen wonder dat ik dit etiket er nu ook bij krijg. Het lot zag mij aan de gang in die vier takken van sport en dacht, hé, die zijn wij vergeten, die hoort bij ons. En zo denkend kom ik weer tot mijn gewone hoestende zelf en denk tzalwelmeevallen!
Ik ben te vroeg in het ziekenhuis en trakteer mijzelf op een kop warme chocolade met een heleboel slagroom en een saucijzenbroodje en merk dat ik toch wel wat gespannen ben. En dan kom ik op de afgesproken tijd (nu ja, zo'n kwartiertje later) bij mijn longarts de spreekkamer binnen en zie daar een grote doos tissues staan. Pontificaal midden op het bureau. Nog voordat ik zit heeft hij die al weg gehaald. Geen slecht nieuws dus. Wat blijkt? Ik had al COPD. Wel een milde vorm. En deze winter blijkt voor heel veel longpatiënten een slechte winter te zijn geweest (en nog). Mijn milde vorm is dus iets minder mild geworden, maar nog wel steeds mild. Ik krijg er wel een extra langwerkend medicijn bij dat helpt de ademhaling te vergemakkelijken. Vergeet helemaal te vragen hoe het zit met die 88-jarige leeftijd van mijn longen en ook hoe deze uitslag zich nu verhoudt tot de andere uitslagen. We hebben het over mijn kleinzoon en over zwemmen en dat mijn longarts niet begrijpt wat ik eraan vind om in water van 16 graden te zwemmen. Eerlijk gezegd, 's winters in het binnenbad begrijp ik dat ook niet helemaal. Dan vind ik 26 graden soms al te fris om er zo in te springen. Maar bij open water wedstrijden heb ik daar geen last van. Nu ja, ik niet, maar mijn longen dan weer wel. Die houden niet van koud water. En o ja, of ik wel wil laten weten wanneer ik zwem bij het EMK want als hij het even regelen kan, wil hij mij daar wel weer zien zwemmen. Enfin, dit bezoekje zorgt ervoor dat als ik de spreekkamer verlaat met een afspraak voor over zes maanden, zijn spreekuur nog verder is uitgelopen.

Als ik thuis de bijsluiter lees, blijkt dat elke puf een kleine hoeveelheid alcohol bevat. Uitkijken dat ik nu binnenkort niet ook nog eens bij de AA terecht kom.
Ik ben te vroeg in het ziekenhuis en trakteer mijzelf op een kop warme chocolade met een heleboel slagroom en een saucijzenbroodje en merk dat ik toch wel wat gespannen ben. En dan kom ik op de afgesproken tijd (nu ja, zo'n kwartiertje later) bij mijn longarts de spreekkamer binnen en zie daar een grote doos tissues staan. Pontificaal midden op het bureau. Nog voordat ik zit heeft hij die al weg gehaald. Geen slecht nieuws dus. Wat blijkt? Ik had al COPD. Wel een milde vorm. En deze winter blijkt voor heel veel longpatiënten een slechte winter te zijn geweest (en nog). Mijn milde vorm is dus iets minder mild geworden, maar nog wel steeds mild. Ik krijg er wel een extra langwerkend medicijn bij dat helpt de ademhaling te vergemakkelijken. Vergeet helemaal te vragen hoe het zit met die 88-jarige leeftijd van mijn longen en ook hoe deze uitslag zich nu verhoudt tot de andere uitslagen. We hebben het over mijn kleinzoon en over zwemmen en dat mijn longarts niet begrijpt wat ik eraan vind om in water van 16 graden te zwemmen. Eerlijk gezegd, 's winters in het binnenbad begrijp ik dat ook niet helemaal. Dan vind ik 26 graden soms al te fris om er zo in te springen. Maar bij open water wedstrijden heb ik daar geen last van. Nu ja, ik niet, maar mijn longen dan weer wel. Die houden niet van koud water. En o ja, of ik wel wil laten weten wanneer ik zwem bij het EMK want als hij het even regelen kan, wil hij mij daar wel weer zien zwemmen. Enfin, dit bezoekje zorgt ervoor dat als ik de spreekkamer verlaat met een afspraak voor over zes maanden, zijn spreekuur nog verder is uitgelopen.

Als ik thuis de bijsluiter lees, blijkt dat elke puf een kleine hoeveelheid alcohol bevat. Uitkijken dat ik nu binnenkort niet ook nog eens bij de AA terecht kom.
vrijdag 5 april 2013
Geluk bij een ongeluk

Volgende week kan ik bij mijn longarts terecht. Dan hoor ik wel hoe verder.
Nog een geluk dat die longleeftijd niet doorwerkt in mijn uiterlijk.
Abonneren op:
Posts (Atom)